Een
topgevel,
waarvan de top eindigt in
een
tuitstuk
heet een tuitgevel. Meestal zijn beide zijden onderaan voorzien van
een
schouder.
Het metselwerk van de tuitgevel gaat hoger op dan de dakbedekking.
Hoewel een
rollaag
als afwerking ook voorkomt, zijn de schuine zijden meestal uitgevoerd
met
vlechtingen.
Wanneer de helling van de schuine zijden onderbroken wordt
door één of meer schouders, is er sprake van
een
schoudergevel.
Tekst: Jean Penders (04-2005). Bronnen: zie literatuurlijst. Foto: Jean Penders