Klik hier voor grote afbeelding (met gegevens)
Rolwerk

'Rolwerk' is een architectuurhistorische term die meestal niet onderscheiden wordt van wat met 'beslagwerk' wordt bedoeld. Wie toch onderscheid wil maken, kan hiervoor uitgaan van de oorsprong van de termen: 'beslagwerk' is afgeleid van het beslag, de ijzeren banden waarmee bijvoorbeeld een kist beslagen werd om deze te verstevigen. Dat geeft een patroon van platte strips, die elkaar haaks kruisen. Een goede smid kon er voor een rijke opdrachtgever iets veel fraaiers van maken, bijvoorbeeld door de kruisingen te versieren en de plekken waar met nagels het ijzer vastgezet werd.
Op de hoeken een strook metaal in een krul naar buiten buigen zou wel fraai zijn, maar niet erg handig bij het transport. Toch zijn het net dergelijke opgerolde krullen waar de term 'rolwerk' is ontleent. Maar dan zijn we inmiddels van de smid naar de steenhouwer">steenhouwer verhuisd en dan gaat het om het toepassen van beslagwerk als renaissancemotief. Het rolwerk kan daarom gezien worden als beslagwerk met nadrukkelijke krullen. In de renaissance en neorenaissance is het rolwerk vaak te vinden om een cartouche.
Het zijn niet zozeer de rechte banden, maar het krulmotief dat daarna wordt toegepast om de gevellijn van topgevels te verlevendigen. We noemen die dan ook niet beslagwerkgevels, maar 'rolwerkgevels'.




Tekst: Jean Penders (02-2011). Bronnen: zie literatuurlijst. Afbeelding: Jean Penders