Klik hier voor grote afbeelding (met gegevens)
Kerk

Met 'de Kerk' als instituut wordt de organisatie van de religie bedoeld, meestal de rooms-katholieke. Als gebouw is de kerk de plaats waar de eredienst wordt uitgeoefend, de christelijke, wel te verstaan. De tempel, synagoge en moskee zijn varianten voor andere geloven en die hebben verwante, maar anders vormgegeven gebouwen. Ook de christelijke kerken verschillen al naar gelang de geloofsrichting: in rooms- en oud-katholieke kerken is de viering van de eucharistie het belangrijkste en daarom richt alle aandacht zich op het altaar, meestal geplaatst aan de oostkant van het gebouw. Het staat in het koor, de ruimte voor de geestelijken, al dan niet voorzien van een kooromgang met straalkapellen. Het schip is bestemd voor de gelovigen. Heeft de kerk een transept, dan maakt de viering ervan vaak deel uit van het priesterkoor.
De doorsnede kan éénbeukig zijn of een middenbeuk met twee of vier zijbeuken omvatten en zijkapellen. Is de middenbeuk zoveel hoger dan de zijbeuken dat deze lichtbeukvensters heeft, dan spreken we van een basiliek (als bouwtype). De middeleeuwse kerk is ontwikkeld vanuit de vroeg-christelijke basiliek.
Bij de Hervorming kwamen de meeste kerken in handen van de protestanten. Toen deze eigen kerken gingen ontwerpen, stond daarin niet een altaar, maar de kansel centraal. Centraalbouw is dan een voor de hand liggende keuze, maar deze blijkt niet alleszaligmakend. Vele van de talloze afsplitsingen in de wereld van de Hervorming wilden hun kerk zo eenvoudig mogelijk hebben, een schuurkerk bijvoorbeeld. Inmiddels richtten de vervolgde rooms katholieken tal van onopvallende schuilkerken in, langzaamaan meer en meer gedoogd, al dan niet tegen betaling. Toen zij vanaf 1853 weer kerken mochten bouwen, volgde een - vooral neogotische - bouwwoede, waarbij kerktorens de skyline probeerden te domineren. De wederopbouw is de laatste opleving van de kerkbouw geweest, momenteel komen er in Nederland iedere week twee kerken leeg te staan. Herbestemming is dan de enige manier om de architectuur- of lokaalhistorisch belangrijkste gebouwen te redden.





Tekst: Jean Penders (11-2010). Bronnen: zie literatuurlijst. Afbeelding: Jean Penders