Klik hier voor grote afbeelding (met gegevens)
Gording

Een gording loopt overdwars langs planken, die op hun plaats gehouden moeten worden.
Meestal gaat het hierbij om de planken van het dakbeschot: de kap wordt dan een gordingenkap genoemd. De gording is dan als een horizontale balk op de zolder te zien en loopt dan met één van de kanten precies even schuin mee met de dakhelling als de omhoog lopende planken van het beschot. Om het afglijden langs het spantbeen te voorkomen wordt de gording vaak ondersteund door een gordingklos.
Wanneer de zolder geen borstwering heeft, zit de onderste gording zo ongeveer op kniehoogte. Door de daaronder overschietende ruimte met een schot aan het oog te onttrekken, onstaat een onopvallende bergruimte. Meestal wordt dit schot, het 'knieschot', schuifbaar uitgevoerd.

Ook langs de waterkant kunnen we een gording vinden. De balk houdt dan de verticale planken van de beschoeiing op hun plaats.


Tekst: Jean Penders (09-2009). Bronnen: zie literatuurlijst. Afbeelding: Jean Penders