Klik hier voor grote afbeelding (met gegevens)
Wijdingskruis

Het belang van de wijding van een kerkgebouw was voor de middeleeuwers veel groter dan menigeen nu nog kan vermoeden. Het gebouw werd door een uitgebreide ritueel 'onttrokken' aan het profane gebruik. De bisschop zelf voltrok de ceremonie, samen met hoge geestelijken. Onderdeel van de plechtigheid was het op twaalf plaatsen zalven van de wanden van de kerk. Die plekken werden aangegeven door een geschilderd wijdingskruisje, of te wel apostelkruisje of consecratiekruisje.
De consecratie betekende dat het gebouw alleen nog voor de eredienst bestemd was. De grens tussen wereldlijk en geestelijk lag niet altijd even scherp. In de kerk gebeurde heel wat, dat nu oneerbiedig gevonden zou worden. Maar een moord in de kerk, dat ging te ver. De kerk was dan ontheiligd en moest opnieuw gewijd worden.
De wijdingsdag was en bleef eeuwenlang een feestdag voor de gemeenschap, gevierd met een 'kerkmis', waarnaar het bijbehorende, behoorlijk profane feest 'kermis' ging heten.





Tekst: Jean Penders, 09-2005. Bronnen: zie literatuurlijst. Foto: Jean Penders