Klik hier voor grote afbeelding (met gegevens)
Kerktoren

De skyline van veel steden wordt nog steeds gedomineerd door één of meer kerktorens. Tot ruim een eeuw geleden werd de identiteit van een stad erdoor bepaald. Het geldt niet voor iedereen, maar velen voelen zich met zo'n beeld meer verbonden dan met steeds weer andere (modernere) hoogbouw.
We zijn gewend dat een kerk één toren heeft, alleen een belangrijke kerk, zoals een kathedraal of eerbiedwaardige abdij mag met een dubbel torenfront zijn hogere status tonen. Toen de kerken nog geörienteerd waren, was de westzijde een gebruikelijke plaats voor de toren(s), maar dat was niet altijd zo.
De kerktoren komt in de vroeg-christelijke architectuur op als losstaande klokkentoren. In de romaanse bouwkunst ligt bij belangrijke kerken het accent vaak op de viering. Een hoge vieringtoren wordt dan niet zelden geflankeerd door transept- en koortorens. De abdijkerk van Cluny, vele eeuwen de grootste kerk ter wereld, had relatief bescheiden westorens maar een heel onbescheiden rijkdom aan hoogtepunten rond de viering. Het beeld van de gotische franse kathedralen wordt echter bepaald door hun westfront. De torenbekroningen wordt in de eeuwen daarna steeds rijker; de traptoren speelt mee in het silhouet.
De functie als klokkentoren is altijd erg belangrijk geweest voor de kerktoren, het torenuurwerk komt daar later bij. De tijd dat menige kerktoren niet alleen de trots was, maar als donjon ook de laatste toevlucht voor de omwonenden, ligt nu gelukkig ver achter ons.




Tekst: Jean Penders, 10-2005. Bronnen: zie literatuurlijst. Foto: Jean Penders